Netwerkeffecten: het grootste platform op internet pakt alle business. Zo ook de slag om de klant tussen Uber, Lyft en enkele andere personenvervoer-apps. De nieuwe Facebook van de mobiliteit heeft echter een verrassing voor de provincie.

Babyboomers leerden bij economie over markten met perfecte competitie: geen van de partijen kon echt veel winst maken voordat nieuwkomers die marges weer zouden weg-eten. Wel waren er soms oligopolies die nog wat verdienden, en kon je met branding loyale (lees meer betalende) klanten behouden. Maar niemand voorzag dat Google en Facebook vrijwel monopolie posities konden bereiken. Met enorme winsten. Of, zoals Warren Buffet onlangs zei: “elke keer als iemand op internet een clickt, rinkelt ergens in Californië de kassa”.  De oorzaak hiervan is het netwerkeffect. Mensen zitten op facebook omdat daar de meeste anderen zitten,  met Google vind je alles het snelste, omdat miljarden zoekacties de browser zo enorm goed hebben gemaakt, die bovendien dagelijks verbetert.

Terwijl Facebook en Google reeds de “winners” zijn, mogen de mobiliteits-apps nog strijden om de eerste (en enige) plek. Hier geldt ook weer hetzelfde. Hoe meer mensen zijn aangesloten op een Uber, hoe makkelijker ritjes vloeiend gepland worden en de beste matches gemaakt worden. Twee even grote netwerken naast elkaar zijn samen inefficiënt en dat heeft geen zin. Vandaar de “winner takes all”. De vraag is hoe dat in Nederland gaat uitpakken.  Want in dunbevolkte gebieden (buiten de randstad) zijn er minder Uber chauffeurs. Misschien zelfs niemand, omdat de dichtheid van gebruikers te laag is. Kijk nu maar waar de apps actief zijn: enkel in hele grote steden. In de provincie blijft een (dure) eigen auto nog lang nodig. De voordelen van de deeleconomie zijn er blijkbaar niet voor iedereen.