Brabant kent een aantal grote multinationale ondernemingen. Als je goed bent in het maken van, bijvoorbeeld gloeilampen, waarom zou je ze dan niet ver buiten Brabant verkopen? En als je er dan toch bent, waarom zou je niet kijken of je ook internationaal kunt produceren? De wereldeconomie vaart er wel bij want consumenten krijgen meer keus en middelen worden efficiënter gebruikt.

Tot voor kort was ‘multinationaliteit’ voorbehouden aan grote bedrijven. Het is immers niet goedkoop om overal heen te vliegen en al die vestigingen te besturen. Internet heeft dit veranderd. Nu is het bellen met Skype gratis, informatie is overal beschikbaar en het versturen van handelswaar wordt nog steeds goedkoper terwijl ook importtarieven al decennia dalen. Met deze trends is de ‘micromultinational’ ontstaan. Denk hierbij aan software bedrijven die in Servië of zelfs India produceren en vervolgens over de hele wereld verkopen. Vaak zijn dit bedrijven met maar enkele tientallen medewerkers. Uitbesteden, allianties en vooral onderscheid door innovatie zijn de kenmerken.

Niets staat Brabantse bedrijven in de weg de voordelen voor internet op gelijke wijze te benutten. Social Networks kunnen ideeën en klanten leveren, tot ver over de landsgrenzen. De grote vraag is ‘hoe’ de nieuwe business te bedrijven, ofwel ‘wat wordt mijn nieuwe businessmodel?’. Sommigen kiezen voor het ‘R&D boutique’ model. Je blijft continu slimme dingen ontwikkelen en vermarkt die door licenties of in partnerships. Je besteed geringe management aandacht in sales en distributie, en focust op R&D. Veel biotech bedrijven runnen zo hun business. Brabantse industrials kunnen dit pad volgen!